Onze tocht langs de steenbokskeerkring
In navolging van de bbc-reporter Simon Reeve die een reisprogramma maakte rond The Tropic of Capricorn, legden ook wij het Latijns-Amerikaanse deel van deze routeaf, zei het iets minder kritisch. De tocht van west naar oost bracht ons van San Pedro de Atacama in Chili naar Guarujá in Brazilië. Voor het eerst tijdens deze reis couchsurfden we, ondervonden we dat liften niet altijd even vlot verloopt, dat de porties vlees in Argentinië overdreven groot zijn, dat Brazilianen ook in Belgisch weer op het strand bier en caipiroska's weten te smaken, dat reizen de wereld heeft verkleind en je hierdoor op een doorsneelocatie bekenden kunt tegenkomen éndat São Paulo een gigantische metropool is waar elke avond gefeest kan worden en voor je het beseft belangrijke kansen mist.
Zoals eerder al kort vermeld in het vorige reisverhaal verlietenwe Bolivia na eendriedaagse tripop de Salar de Uyuni en werden we net over de Chileense grens gedropt, meer bepaald in San Pedro de Atacama.Het verschil met de vorige landen was duidelijk merkbaar qua prijs. Niet dat wij Hollandééééérs zijn, maar toch gingen we direct op zoek naar het goedkoopste hostel. Uiteindelijk hadden we er één gevonden en wisten we zelfs nog iets van de prijs af te pitsen. De kamer bestond echter niet meer dan uittwee bedden, maar dat lieten we niet aan ons reizigershart komen. Bovendien ontmoetten we er Chilenen die opvakantie waren en ons in aanraking brachtten met de wondere wereld van Piscola. Deze vlot drinkende Chileense rum-cola bleek al gauw een voorbode te zijn voor wat 's avonds nog zou komen.Toen we San Pedro 's nachts verkenden, kwamen we de Chilenen terug tegen in een plaatselijke bar en hebben we er de rest van de avond mee door de ongeplaveide straten gedwaald. De bedoeling was dat we nog naar een feestje zouden gaan, maar daar waren deChilenen niet meer toe in staat. The Backpackers daarentegen...
Vanaf we in San Pedroaankwamen was het onsmeteen duidelijk dat er buiten toerisme weinig te beleven valt. Doordat er wel enkele leuke cafés en restaurants zijn, straalt het stadje 'iets gezelligs' uit, maar als we eerlijk zijn, heeft de stad niet meer dan dat te bieden. Hetis voornamelijk de uitvalsbasis om de Atacama-woestijn (el desierto más árido de todo el planeta) tebezoeken of naar Valle de la Luna te gaan. Geen van dit stond normaal gezien op ons programma, maar ongewild draaide het anders uit.
In Chili hebben we ook voor de eerste keer gebruik gemaakt van couchsurfing. Tot onze verbazing was er iemand in San Pedro die zijn couch oftewel zetel ter beschikking stelde voor surfers, namelijk de Colombiaan Vladimir. Onmiddellijk pakten wij onze biezen en trokken van het hostel naar zijn appartement/kot. Het was een zeer gezellige bedoening in de veel te kleine kamer. Wij waren voor hem de eerste couchsurfers en hij wilde er duidelijk het beste van maken. Meteen stelde hij ons voor aan enkele vrienden en trokken we er op uit om in de buurt de zonsondergang te zien. 's Avonds liet hij ons een beetje van Colombia proeven door voor ons te koken met op de achtergrond telkens typische salsamuziek. Er werd duchtig gedanst door zijn vrienden (als man is het toegestaan om tijdens het dansen de vrouw eens goed vast te pakken) en danspogingen van Jeroen werden door Jan op hoongelach onthaald.
's Anderdaags hadden we ons voorgenomen om te liften naar Salta in Argentinië. Helaas was dit plan iets te optimistisch (of hebben we de lifttechniek nog niet goed te pakken), want na meer dan 6 uur te wachten op Godot aan de grenspost, besloten we af te druipen. Het wachten had iets surrealistisch. Op het kruispunt passeerde er maar één vrachtwagen om het half uur en telkenshoopte we tevergeefs op een lift.Na uren gebakken te hebben in de blakke zon, besloten we om terug te gaan naar San Pedro en onszelf te trakteren op een daguitstap met de fiets naar Valle de la Luna. Alhoewel tractatie... de rit heen was vollenbak tegen dewind in en de beloofde prachtige zonsondergang was bedroevend.Gelukkig was Vladimir bereid om ons terug in huis te nemen voor een extra nacht. De volgende dag namen we zoals elke toerist de bus naar Salta en achteraf bezien, bleek dit de beste optie te zijn.Tijdens de rit kwamen we geregeld vrachtwagens tegen die met pech langs de kant van de weg stonden of die gecrasht waren. De weg naar Salta gaat over een bergpas van 5000 meter met onnoemelijk veel haarspelbochten, steile afdalingen die de remmen tot het uiterste drijven en prachtige berglandschappen (de zeven kleuren berg). Een ander pluspunt van de busreiswas dat we een zeer lekkere hamburger kregen van een weliswaar kwade buschauffeur. Dearme manwas er niet mee opgezet dat hij zijn 1 dollar kostende bic had uitgeleend aan een passagier, maar deze niet had teruggekregen. Drama alom en goed voor een kwartier vertraging bij het vertrek! Maar wat ons het meest van de busreis zal bijblijven was demooiste zonsondergangtot nog toe(en ter compensatie van die in Valle de la Luna). Want suf van al enkele uren in de bus te zitten, lachten we ons kriek toen de persoon schuin voor ons zijn leeslampje aanstak en zijn kalende kop eronder oranjelag te blinken.
Eenmaal aangekomen in Salta gingen we op zoek naar een leuk hostelletje. Het was ons niet gelukt om hier een couchsurfplek te versieren. Volgens één van de gecontacteerden zijn de mensen hier nogal schuw en zou het daaraan liggen dat we geen plek vonden en diegenen die wel surfers toelaten waren zogezegd volgeboekt. We zijn 4 dagen in Salta gebleven en hebben er de meest toeristische plaatsen bezocht. Het kabelbaantje, San Lorenzo en het museum MAAM (El Museo de Arqueología de Alta Montaña). Het laatste was zeer interessant. Het museum ging over expedities in de Andes waarbij ze artifacten hebben gevonden vanuit de Incaperiode. Door het bezoek leerden we veel bij over de geschiedenis van de Inca's en de periode ervoor. En aangezien we toch zelf voeling hadden met het bedwingen van 6000 meter hoge bergen, konden we ons maar al te goed voorstellen hoe die expedities in der tijd zijn verlopen.Om de avonden kleurrijk inte vullen,wilden we de lijn doortrekken die we in Chili hadden ingezet enook in Salta het nachtleven verkennen. Helaas feesten de Salteños enkel in het weekend, dus moesten wij het stellen met enkele plaatselijke biertjes op een terras.
We hadden uitgedokterd om halt te houden in Resistencia, een stad in de warmste en droogste provincie van Argentinië. Op zich valt daar niets te beleven, maar een rechtstreekse busrit van Salta naar Puerto Iguazú leek ons iets te lang. Meer dan 25 uur op een bus is zelfs voor onsiets te veel van het goede. Een tussenstop maken was dusde oplossing en Resistencia lag perfect tussen de twee steden in. Over de stad kunnen we kort zijn. Ze telt meer standbeelden dan inwoners, bestaat voornamelijk uit jonge inwoners (die er een sport van maken om onder elkaar 2-literflessen cola te delen op café! Liters van het zoete goedje werden vlot door de plaatselijke jeugd naar binnen gegoten.) en ligt aan de grens met Paraguay.Ondanks er eigenlijk niet veel te beleven valt, wisten we dankzij onze couchsurferhost Javiertoch enkele andere plekjes van de stad te ontdekken (en tevens ook minder bekende standbeelden). De ietwat bizarre, vegetarische Javier heeft ons goed geholpen en maakte ons verblijf daar aangenaam. Toen we een uitstap wilden maken naar Parque National Chaco, wist hijons te vertellen hoe we er het beste konden geraken. Het bezoek viel echter een beetje tegen. Na een busrit van twee uur en een taxitrip van 15min konden we in het park gaan wandelen. Direct kozen we voor de grote toer die ons naar de lagunes zou leiden. Jammer maar helaas stonden ze droog toen we er aankwamen en de wandeling was op zich ook wat teleurstellend. We hebben geen poema's of andere dieren gezien en de enige groep beesten die we tegenkwamen, bleek een troep schoolgaande tieners te zijn. Het gaf ons wel de tijd om eens goed te roddelen over vrienden en een aantal voorspellingen te maken over zaken die zullen veranderd zijn wanneer we terugkomen. En geloof ons we geraakten niet uitgepraat gedurende de drie uur lange tocht en hebben ons constant kapot gelachen. Eens terug in Resistencia was het bijna tijd om de nachtbus te nemen richting de watervallen op de rivier Iguassu.
Één ding dat ons onmiddellijk overviel in Puerto Iguazú was de hitte.We konden geen vijf stappen zetten of we wilden alweer van t-shirt veranderen. We sliepen die nacht in een kleine herberg (in vergelijking met de grote Hostel International met zwembad en airco waar we eerst van plan waren te overnachten) en hebben er zelf gekookt. De buitenkeuken was een avontuur op zich.Eenwrattigekikker, grote insecten en een ietwat beschonken koppel keken allen toe hoe wij zonder kruiden en zout onze typische Belgische stoemp klaarmaakten. Smaken dat het heeft gedaan! Het was een groot contrast met de volgende dag. We mochten gaan relaxen en slapen in de Sheraton Iguazú,het verjaardagskado voor Jeroenvan de familie Antonissen (plus aanhangsels). Midden in het nationaal park mét uitzicht op de watervallen kwamen we tot rust. Een plonske in het zwembad, bronzeren op het dakterras, een filmke op de kamer, een te uitgebreid ontbijtbuffet, een cocktailtje in de bar, ... het hoorde er allemaal bij en we lieten het ons allemaal welgevallen. Waarvoor dank! Uiteraard hebben we die dag niet veel gedaan. Pas de volgende dag besloten we het park in te trekken om de watervallen te aanschouwen. Ze kunnen vanuit twee landen bekeken worden. Men zegt dat men aan de Argentijnse kant het best de kracht van de watervallen kan ondervinden en dat de Braziliaanse kant enkel goed is voor een totaal overzicht. En na het in de praktijk te hebben ondervonden, kunnen wij ons zeker achter deze theorie scharen. Met als gevolg dat we -na een hele dag letterlijk overdonderd te zijn aan de Argentijnse zijde - het bezoek de volgende dag aan de Braziliaanse kant minder konden waarderen.
In Brazilië logeerden we in Foz do Iguaçu opnieuw bij een couchsurfer. Deze keer viel het wat minder mee. De jonge kerel was meer in zijn computer geïnteresseerd en vond het blijkbaar ook nodig om geregeld de webcam op ons te richten om zo aan zijn vrienden te laten zien wat voor knappe backpackers hij niet over de vloer had. Wij waren dus heel blij dat we er enkel de nacht moesten doorbrengen en elks een eigen matras hadden. De volgende dag, nadat we een heel duur busticket hadden geboekt riching São Paulo, bezochten we nogmaals de watervallen. De Brazilianen kennen er wat van. Met bussen worden de toeristen gedropt aan de perfecte plek om het watergeweld te aanschouwen. In Argentinië wisten ze de wandelpaden nog mooi te integreren in de natuur, terwijl er in Brazilië een tweebaansvak is aangelegd, met weliswaar fluiterasfalt.
Onze volgende stap was São Paulo. De gigantische metropool, iets veel groter dan Antwerpen.
Stel u even het volgende voor: de gehele Antwerpse binnenstad volgebouwd met boerentorens. Hou dit beeld nu even vast... wel, dat beeld is één van de vele wijken in São Paulo. Aanvankelijk zouden we een week blijven in deze metropool, voornamelijk om wat uit te rusten en enkele vrienden te bezoeken. Uiteindelijk zijn we bijna tien dagen gebleven en nog steeds konden we zelfs geen wijk vatten. Onze uitvalsbasis tijdens deze tiendaagse was het appartement van Pedro en zijn broer Leonel. Pedro is een studievriend van Jeroen van op Erasmus in Grenoble en was nog steeds die goede organisator van weleer. Ondanks hij steeds overdag moest werken, had hij altijd enkele suggesties klaar om ons bezig te houden. Het concept van een sleutel te hebben, was weer even wennen, maar het was alleszins leuk om na drie maanden reizen nog eens een 'thuis' te hebben. Naast de suggesties voor overdag, waren er 's avonds steevast een waaier aan mogelijkheden om op stap te gaan en het nachtleven in São Paulo af te schuimen. Hoewel het ongeloofwaardig klinkt uit de monden van twee backpackers, de eerste dagen waren druk druk druk. Het was een geluk dat wij konden uitslapen, wat voor onze gastheer niet steeds het geval was. Op onze eerste avond maakten we kennis met enkele vrienden van Pedro op een campusfeest van de rechtenfaculteit. Deze universiteit huist in één van de oudste gebouwen van de stad. In São Paulo termen betekent oud meer dan honderd jaar en dit 'antiek ' gebouw lag met andere woorden tussen nieuwe wolkenkrabbers. De avond erna ging het er niet zo studentikoos aan toe. Op een iets exclusiever Japans restaurant dat later op de avond een club werd, ontmoetten we de collega's van zijn werk. Een aangename bende die er niet voor terugdeinsde om verschillende glazen wiskey achterover te slaan met daartussen enkele biertjes om te rehydrateren, maar laten we eerlijk zijn: met Heineken is een watersmaak nooit echt ver weg en wat is er beter dan hydrateren met kraantjeswater? De Belgen hielden het wijselijk bij écht bier, maar ook hier een kanttekening. Ondanks Inbev een Belgisch-Braziliaanse joint-venture is, hebben ze blijkbaar toch de strategische beslissing genomen om het beste bier in België te houden, alleszins in deze club. In andere plaatsen zijn we wel enkele betere bieren tegengekomen, meestal verkleed in een Stella-flesje of een Bohemia-vermomming.
Het weekend was ook al lang van tevoren geboekt. Vooraleer we naar de zee zouden afzakken, werden we door de ouders van Pedro uitgenodigd op een receptie van een paardenshow (en ondervonden we nog maar eens de sociale tegenstellingen in Brazilië). Op dit event ontmoetten we elke paardenliefhebber van de staat São Paulo (waaronder een nazaat van de intussen lang geklasseerde koninklijke familie van Brazilië) en werden Pedro en Jeroen geïnterviewd door de Braziliaanse televisie. Na dit event trokken we naar de zee, meer bepaald naar Guarujá, een soort Knokke van Brazilië. En net zoals Knokke is Guarujá ook een spookstad in de winter, maar op een iets grotere schaal. De stad telt honderduizend officiële inwoners, maar dit aantal kan tijdens de topweken oplopen tot twee miljoen. En net zoals wanneer de meeste Belgen naar de zee gaan, was het hier ook slecht weer, met het verschil dat het typische Belgische weer de Braziliaanse vrienden van Pedro er niet van weerhield om pintjes en cocktails te drinken op het strand, 's middags, als ontbijt. Na een goede en lekkere zeevruchtenschotel te hebben gegeten in een restaurant was het tijd om naar een soort van Sensation White party te gaan, met uitzicht op de beach. Laten we het zo stellen, we hebben al betere feestjes meegemaakt - voor veel minder geld - en waar we geen uren voor moesten aanschuiven in de regen om binnen te mogen. Niet geklaagd, want het weekend was veel te snel voorbij gevlogen en voor we het goed en wel beseften, waren we al terug in São Paulo. Buiten Pedro wonen er in São Paulo nog andere bekenden van The Backpackers. Eerst brachten we een bezoek aan onze koerier van dienst, Maarten. Via hem kregen we onze verse lading chokotoffs (nu kunnen we er weer tegen voor een maand als we zuinig zijn en er niet te veel uitdelen). Het ontvangst was prima: want wat wilt nen Antwerpenaar meer dan ontvangen worden met een Koninckske? Niet veel later werd er wel overgeschakeld op ander bier en werd dit vergezeld met een goed stukske vlees dat we zelf moest grillen (de naam hiervan ontgaat ons even: dus Maarten laat het ons weten hoe het noemde). Het was heel aangenaam, zo gezellig zelfs dat we de bar hebben gesloten en ook deze keer waren we content dat wij de dag erna niet moesten gaan werken! De volgende dag bezochten we de nonkel en tante van Jeroen die al meer dan dertig jaar in Brazilië wonen. Ondanks het feit dat Jeroen deze kant van de familie nog niet vaak gezien had, was het ontvangst hartelijk en voelde het contact vertrouwd aan. Antonissen-kenmerken slijten blijkbaar na dertig niet af... dat belooft voor een Jeroen dertig jaar later!?
Het was van begin niet duidelijk wanneer we São Paulo zouden verlaten. Tijdens ons verblijf hadden we besloten om twee dagen vroeger te vertrekken dan we van plan waren, om zo tijd te winnen voor onze trip naar het zuiden. Maar uiteindelijk hebben we onze vlucht met één dag vervroegd, zodat we op een deftige manier afscheid konden nemen van Pedro en zijn broer. Wanneer we deftig bedoelen, kan je dit letterlijk interpreteren. Pedro nam ons mee naar het poepchique Skye Hotel. Dit meloenvormig gebouw is centraal gelegen en op het uitgerekte dakterras hadden we een prachtig uitzicht over de stad. Om de prijs van de consumpties terug op een redelijk niveau te brengen, zakten we na zonsondergang af naar een iets goedkoper café, waar we met een collega van Jeroen en opnieuw met Maarten de bar sloten en waarmee we meteen ook onze tocht over de steenbokskeerking afsloten.
Groetjes,
Jan en Jeroen
Reacties
Reacties
als ik jullie reisverslag lees, denk ik onmiddellijk dat jullie energie te over hebben ofwel toch een klein beetje heimwee hebben af en toe naar het thuisfront: zolang al reizen en nog steeds zo gedetailleerd schrijven. Het doet tof te vernemen dat jullie het onder jullie beiden goed stellen en vooral de positieve noot bij alles wat jullie ondernemen, niet verliezen.
Wordt het niet een beetje veel om telkens opnieuw weer te ontdekken en snakken jullie niet naar even een adempauze in een aardsparadijs? Dat zal er misschien nog in zitten de volgende maanden?
In alle geval, doe zo voort en het allerbeste,
dikke kus,
tante Kris
Phatek ist nicht in meinen kelderken....
Noem het eerder Antwerps chauvenisme dan heimwee
leukleukleuk- en op de koop toe interessant (mee dankzij de verwijzingen naar Wikipedia)
hoe doe ik het om jullie fotoruimte te geven, moet ik daarvoor een blog hebben?
abração
De rode draad in dit verhaal? Hoe 2 backpackers er in slagen om een drastische turnaround van de locale horeca in blitztempo voor mekaar te krijgen. De bars werden kordaat gesloten en geconverteerd tot bar"closet". Fijne service voor de tourista's, toch!
Ligt het aan men pc of is jullie laatste verhaal al eel lang geleden? Inspiratie op....
dear boys,
everything's in dutch. It confuses me.
dear Liz, open this link
http://www.youtube.com/watch?v=Pre_f0CSirI&feature=related,
at 2:50min you'll watch Jeroen speaking French - happy now? voor ons was het een revelatie
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}