Eerste cruise met de Falcon

Van zodra we onze appelblauwzeegroene Ford Falcon ter beschikking hadden, verlieten we Melbourne en reden richting Geelong. Het doet er niets toe, maar Jeroen spreekt het uit als sjelongeskes, omdat hij dat grappig klinken vindt. Ja... over humor is niet iedereen het steeds eens. Omdat het al donker was, waren we genoodzaakt langs de kant van de weg te kamperen en sliepen we voor het eerst in onze stationwagon. Het was even aanpassen maar we hebben al slechter geslapen (remember Nieuw-Zeeland met ene zekere H.B uit B in B). De volgende ochtend deden we de nodige inkopen ter bevordering van ons slaapcomfort en om de komende dagen niet uit te hongeren. Ten slotte passeerden we langs het visitors centre voor informatie over de Great Ocean Road zodat we niet verkeerd konden rijden. De weg volgt de kust, kliffen en verdwijnt soms het binnenland in. We hadden er voor geopteerd om geen passagiers mee te nemen, want we wilden eerst gewoon worden aan de wagen. Geen van de beide backpackers had ervaring met een automatic en het was wennen geblazen. Na een stevige klim en de daarop volgende steile afdaling begonnen onze remmen nogal verbrand te rieken. De handleiding bracht de uitkomst. In het vervolg moesten we ook stand 3,2 en 1 gebruiken. Rijden met een automatic is toch niet zo evident. :) We kampeerden op plaatsen waar het niet mocht, maar trokken het ons niet aan, zoals zovele backpackers.

Aan de Twaalf Apostelen brachten we ook de nacht door zodat we deze uit-stekende rotsformaties zowel bij zonsondergang, nacht en zonsopgang konden aanschouwen. 's Nachts dachten we gewekt te worden door een ranger, maar het bleek al snel een zatte Duitse te zijn die haar eigen campervan niet meer terugvond op de lege parking waar er maar vier voertuigen geparkeerd staan. En aangezien onze stationwagon zoveel gelijkt op een camionette is de verwarring uiteraard te begrijpen. Uiteindelijk wil immers iedereen met onze flashy car meerijden.

De volgende stop waren The Grampians. Het nationaal park is gewoon weg prachtig. Het was wel wat bizar om er door te rijden of te wandelen. Drie jaar geleden is het meeste afgebrand wat er voor zorgt dat alle bomen een zwarte bast hebben, maar toch nog groene bladeren kunnen produceren, wat soms een surrealistisch gevoel opleverde. Over bladeren gesproken; op een van de bush campings ontmoetten we een Australisch koppel uit Melbourne. De mannelijke wederhelft was niet alleen ornitoloog maar had ook een goed oog voor de plaatselijke kruiden. De sfeer aan het kampvuur was dan ook bijzonder. Zeker wanneer drie Duitse vrouwen ons later ook vervoegden. Wanneer ze 's morgens achteruit wegreden, knalden ze tegen een boom. Hilariteit alom, maar de boom trok aan het langste eind. The Backpackers reden zelf verder om het park te verkennen en zagen de geblutste camionette nog geregeld rondtuffen. In Hall's Gap kwamen we ook nog de Belgische kampioen wielrennen tegen. Bij navraag van wie het tricolore-shirt was, kregen we als antwoord: Vainsteins. Blijkbaar was onze vriend aan het kampvuur niet de enige die de locale kruiden wist te appreciëren. We probeerden daarna direct door te rijden naar Adelaide maar het bleek wat te ver om in 1 keer te doen. Onze Falcon werd alweer omgetoverd tot een slaapkamer op wielen.

Adelaide is de stad waar we duidelijk ondervonden dat er 1,5 miljoen jonge Duitsers in Australia aan het rondreizen zijn. In de stad is er buiten een gratis chocolade tour (die we gretig tweemaal meepikten) niet veel te zien. Het kwam er op neer medereizigers te vinden voor onze volgende trips. Op onze advertenties kwam er bijzonder veel reactie en na de aankoop van een mobieltje waren we helemaal mee en vooral bereikbaar voor diegene die met ons wilden reizen.

Voor ons bezoek aan Kangaroo Island vonden we een Duitser (Frederik) als reispartner en een Taiwanees (Nelson) als rijstpartner. Maar alle gekheid op een stokje, als avondmaal aten we telkens pasta met bestek. Het waren twee sympathieke mannen en de drie dagen vlogen voorbij. We hebben elk hoekje van het eiland (met een oppervlakte die ongeveer een derde van België beslaat) gezien en genoten van het wildlife. We zagen wilde Koalas en het woord 'wild' kan je gerust enkel interpreten als 'leven in het wild', want specatulairder dan bijna uit een boom vallen doen die stonede beesten niet. Uiteraard zagen we veel rondhuppende kangaroos en walibis die vooral 's nachts op de machtige lichten van de Ford Falcon afkwamen. Gelukkig kunnen we meedelen dat de statistiek 'beesten aangereden' nog niet kan aangevuld worden met zoogdieren. Eenmaal terug in Adelaide werd Frederik onze partner in crime om het plaatselijke nachtleven af te schuimen. Het kwam er op neer dat twee Belgen op stap gingen met een horde Duitsers.

Het kan dan ook geen toeval zijn dat we voor onze trip naar Alice Springs twee Duitsers bereid vonden mee te rijden. Maar dat is stof voor een volgend reisverhaal.

Reacties

Reacties

OPa Thek Breckacs

Anderhalf miljoen duitsers, die mof felt ge inderdaad niet zomaar weg

mam

Dear God, they have the time of their live, isn't it?

...laat Gods wind maar over Gods akkers waaien,
die Belgen zijn anders niet te paaien.....

moi

geef toe dat je het slaapcomfort van HB uit B. in B. wel erg hard begint te missen... geruststellende geluiden

Inês

Thank you for the postcard guys!
Keep having fun!
Beijinhos

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!